‘Dit boek kan de GGZ totaal veranderen’

Veelzijdig is zwak uitgedrukt als je de loopbaan van Bram Bakker in ogenschouw neemt. Als gepromoveerd psychiater werkte hij in verschillende ziekenhuizen. Hij was medisch directeur in verslavingsklinieken. Sinds 2003 schreef hij een flink aantal boeken waaronder bestsellers zoals Verademing (met Koen de Jong), Gevoelsarm, Oud Zeer en zijn nieuwste boek Gevoelige Zielen.

De laatste jaren trekt Bakker als theatermaker door het land, onder meer met de solovoorstelling De Balansfabriek. Met een aantal partners werkt hij daarnaast aan het online gezondheidsplatform de Balanskliniek, waarop mensen bij medische of psychische problemen hulpverleners kunnen vinden. Ook is Bakker oprichter van de boekenuitgeverij Uitgeverij Lucht. In samenwerking met Stichting Je Leefstijl Als Medicijn verscheen bij deze uitgeverij onlangs de Nederlandse vertaling van het boek Brain Energy van Christopher Palmer.

Palmer is psychiater en onderzoeker aan Harvard. In het boek beschrijft hij een common pathway: een werkingsmechanisme waarmee psychische aandoeningen in al hun verschijningsvormen worden verklaard. Zoals Palmer laat zien hebben de aandoeningen veel overeenkomsten en is hun onderverdeling in aparte ziektes arbitrair. Ze blijken een gemeenschappelijke biologie te hebben – bij alle aandoeningen spelen metabole factoren en met name de energievoorziening van de cellen met behulp van mitochondriën een hoofdrol. Door de gezondheid van de mitochondriën te verbeteren, voorbeeld met verandering van voeding, zijn vaak spectaculaire verbeteringen te behalen.

Wat was voor Bram Bakker de aanleiding om het boek te vertalen? Wat zou er moeten gebeuren zodat psychiaters de ideeën uit het boek kunnen vertalen naar betere behandelingen voor hun patiënten? Een interview.

Waarom heb je besloten Brain Energy te laten vertalen en uit te geven?

Bram Bakker: “In het boek klinkt een belangrijke boodschap die in de psychiatrie meestal wordt genegeerd. Het is echt geen hogere wiskunde om je te bedenken dat hoe je je voelt mede wordt beïnvloed door het eten dat je binnenkrijgt. Als je stemmingsproblemen hebt kun je daarop reageren met bepaald eetgedrag. Maar andersom kunnen bepaalde eetgewoontes ook resulteren in stemmingsproblemen. Er is veel interactie tussen wat ons lichaam binnenkomt en hoe we ons voelen. Maar in de psychiatrie doen we gewoonlijk alsof dat niet relevant is.”

Waarom wordt dit soort factoren genegeerd?

“De psychiatrie is bijna volledig een hersendiscipline geworden. ‘Er is iets in de hersenen niet in orde’, wordt gezegd. Daar gaat alle aandacht naar uit. Ook verslaving wordt bijvoorbeeld als hersenziekte opgevat. Het zou logisch en nuttig zijn om mensen uit de omgeving van de verslaafde in de behandeling te betrekken, maar dat mag in Nederland niet eens.”

Wat is dat toch met de psychiatrie en leefstijl? Er is bijvoorbeeld veel bewijs dat wandelen een uistekende interventie is voor patiënten met depressies, vaak succesvoller dan de gangbare therapieën en met minder bijwerkingen. Toch blijkt uit onderzoek dat psychiaters het advies om te gaan wandelen eigenlijk zelden aan hun patiënten geven.

“Psychiaters worden min of meer gegijzeld door het evidence based-denken dat ze hebben geleerd van de farmaceutische industrie. Je mag alleen rekening houden met dubbelblind en placebo-gecontroleerde studies, wordt gedacht. Als de pil het beter doet dan de placebo, gaan we vanaf nu iedereen die pil geven. Dat soort studies kun je niet doen met een interventie zoals wandelen. Dus wordt beweerd dat wandelen niet evidence based is. Terwijl er meer dan genoeg bewijs voor de kracht van wandelen is.”

In hoeverre is het boek van Christopher Palmer daarop een antwoord?

“Hij laat gedetailleerd zien wat er niet goed gaat in de psychiatrie. Ondanks alle beschikbare behandelmethodes lukt het veel te weinig om patiënten écht te genezen. Daarnaast neemt het aantal mensen met psychische aandoeningen over de hele breedte, dus bij vrijwel alle aandoeningen, alleen maar toe. De wachtlijsten worden steeds langer en het lukt de GGZ maar niet om de patiënten symptoomvrij naar huis te sturen.”

Hoe zouden de ideeën uit het boek in de praktijk kunnen worden toegepast?

“Wat Palmer laat zien is dat psychiatrische problemen en zelfs veel neurologische problemen een gemene deler hebben: een stofwisselingsprobleem. Als je dat als uitgangspunt neemt, hoef je minder aandacht te besteden aan de uiteenlopende ziektebeelden. Je kunt gericht werken aan die onderliggende oorzaak en de problemen de aan de verstoorde stofwisseling ten grondslag liggen. Hij presenteert een buitengewoon goed onderbouwde analyse die hij helder heeft opgeschreven. Als we op deze manier naar de aandoeningen zouden gaan kijken krijgt de hele GGZ een andere gedaante.”

Het klinkt ambitieus. Waar beginnen we?

“De consequenties van het boek zijn inderdaad verstrekkend. Om de psychiatrie in die richting om te buigen zullen veel energie, mankracht en ook euro’s nodig zijn. In de VS is die beweging al ingezet, bijvoorbeeld doordat kapitaalkrachtige families in onderzoek investeren.”

Wat zouden we kunnen toevoegen aan de huidige psychiatrieopleiding?

“Om te beginnen zou de leefstijl er een veel grotere rol in moeten krijgen. Het gaat er niet alleen om dat we constateren dat de leefstijl van de patiënt ongezond is, maar ook waarom dat zo is. De anamnese moet veranderen. Wat ik een van de eye openers van het boek vond is dat mensen met overgewicht vaak echt wel weten dat ze meer moeten bewegen. Als ze zeggen: ‘Ik heb er geen energie voor’, dan gaan we dat vaak psychologisch duiden als gebrekkige motivatie of weerstand. Maar dat is het niet. Dat gebrek aan energie is onderdeel van het probleem. Ze hebben op het niveau van de cellen écht een energietekort. Dat maakt ze snel moe.”

Wat zou jouw tip aan psychiaters zijn?

“Lees het boek. Het is geschreven door een vakgenoot. Van Harvard nog wel, dus iemand met autoriteit. Als je het aandachtig leest zul je negentig procent van de tijd denken: ja, dat zou zo maar eens kunnen, het klinkt overtuigend en er zijn veel wetenschappelijke referenties. Ik denk niet dat wat in het boek staat voor elke patiënt de oplossing biedt, want ik geloof niet dat er één oplossing voor iedereen bestaat. Maar het voegt wel een belangrijk nieuw gezichtspunt toe. Zoals er in de behandeling van kanker met de immunotherapie echt iets bij kwam, zo kan met dit boek in de GGZ een grote stap worden gezet.”

Zouden psychiaters geen ondersteuning nodig hebben bij de toepassing van de ideeën? Op dit moment ontbreekt in hun opleiding de kennis van leefstijlfactoren zoals voeding en bewegen.

“Dit soort kennis hoort thuis in de multidisciplinaire teams waarin in de GGZ al vaak wordt gewerkt. De psychiaters hoeven het niet zelf te doen, ze hebben meer de rol van regisseur. In het ziekenhuis waar ze werken zou het bijvoorbeeld aanleiding kunnen zijn om een diëtist of leefstijlcoach in dienst te nemen.”

Er spreekt hoop uit het boek als ik jou zo hoor.

“Zeker! We kunnen er ook meteen mee aan de slag, want er zijn duizenden patiënten met overgewicht die baat kunnen hebben bij het ketogeen dieet. Zo is het bij Christopher Palmer zelf ook begonnen: toen hij een patiënt met obesitas met een keto-dieet behandelde, merkte hij tot zijn verbazing dat de pychiatrische symptomen verdwenen. Een van de mooiste studies die Palmer beschrijft is onder mensen die in een verslavingskliniek waren opgenomen en waar het ketogeen dieet aan het regime werd toegevoegd. De kans dat ze de verslaving achter zich konden laten werd beduidend groter. Nogmaals, we zullen niet iedereen hiermee kunnen helpen. Maar als het bij een significant aantal wel lukt zou dat geweldig zijn.”


Meer lezen