Paleovoeding is goed voor mensen in een voorstadium van diabetes, ontdekten Hanno Pijl en zijn vrouw Esther van Zuuren, beiden onderzoeker in het LUMC. Eten zoals in de steentijd is op dit moment heel populair. Hanno Pijl legt uit waarom hij en Esther er thuis ook mee geëxperimenteerd hebben. **

Ongeveer twee jaar geleden bezocht mijn vrouw Esther (die als dermatoloog in het LUMC werkt) een Cochrane-congres in Canada.
Cochrane is een internationale organisatie die zich tot doel stelt de medisch wetenschappelijke kennis op een bepaald gebied systematisch samen te vatten en zo de stand van zaken zo nauwkeurig mogelijk weer te geven. De Cochrane-methode is inmiddels een begrip; de reviews worden wereldwijd graag gebruikt als grondslag voor richtlijnontwikkeling.

Steentijd

Esther dineerde daar met twee collega’s uit Bahrein en de VS. In die tijd aten Esther en ik volledig ‘paleo’ (staat voor paleolithisch, uit de steentijd, dus voeding die onze voorouders in de steentijd aten). Dat deed de Amerikaanse tafelgenoot ook, net als wij vooral vanwege de vermeende effecten van die ‘oervoeding’ op onze gezondheid. Vóórdat de landbouw kwam, aten onze voorouders voornamelijk groente (waaronder knolgewassen), fruit, vlees, vis en noten.

Al sinds de jaren 80 van de vorige eeuw zijn er wetenschappers die beweren dat wij genetisch zijn aangepast aan de voeding die wij miljoenen jaren hebben gebruikt. De epidemie van chronische aandoeningen waar wij vandaag de dag mee te maken hebben zou voor een deel het gevolg zijn van de ‘mismatch’ tussen onze genen en de voeding die wij nu gebruiken. Dat idee is zo populair geworden dat ‘paleo-nutrition’ vorig jaar de meest gezochte dieet-term was op Google. Critici wijzen echter voortdurend (terecht) op het gebrek aan experimenteel bewijs.

Metabool syndroom

Tijdens hun diner hadden de congresgangers het over de pro’s en con’s van oervoeding, totdat de collega uit Bahrein suggereerde er een systematische review over te schrijven. Deze maand publiceerden wij onze review. We namen vier goed opgezette en uitgevoerde studies onder de loep, over de effecten van ‘oervoeding’ bij mensen met het metabool syndroom. Het metabool syndroom is een cluster van afwijkingen in de stofwisseling waardoor iemand meer kans maakt op diabetes. De gegevens laten zien dat ‘oervoeding’ beter is voor de stofwisseling van mensen met het metabool syndroom dan voeding volgens de huidige richtlijnen.

Een tsunami van media-aandacht is het gevolg. Wij zijn benaderd door nationale en internationale websites, geïnterviewd door de Amerikaanse radio, gefilmd voor een congres en gebeld door dagbladjournalisten. Die aandacht heeft te maken met het feit dat ons werk voor het eerst gedegen bewijs presenteert dat suggereert dat oervoeding gezond is.

Korte termijn

Maar wat betekent het resultaat in termen van voedingsadvies? Op dit moment nog niet zo veel. In de eerste plaats gaat het alleen over mensen met het metabool syndroom, dus of ‘oervoeding’ ook gunstig is voor anderen weten we nog niet. Ten tweede zijn het allemaal korte termijn-studies (2 weken tot 6 maanden), het effect op lange termijn is nog onbekend.

Bovendien is niet duidelijk welke elementen van oervoeding verantwoordelijk zijn voor het gunstige effect. Zoals gezegd bestaat die vooral uit groente, fruit, vlees, vis en noten: ‘echt’ eten dus, onbewerkt, dat wat de natuur voortbrengt als voedsel. Granen, peulvruchten en melkproducten ontbreken echter geheel in oervoeding, omdat die voor de komst van de landbouw niet zouden zijn geconsumeerd. Afgezien van de vraag of dat echt geldt voor granen en peulvruchten, is het volkomen onduidelijk of het ontbreken van deze voedingsmiddelen belangrijk is voor de stofwisseling. Hoewel er argumenten zijn om aan te nemen dat granen ontstekingsreacties veroorzaken en daarmee de stofwisseling verstoren, zijn er zijn ook aanwijzingen dat (volle) granen en peulvruchten gezond zijn voor ons. Daar moet dus echt meer onderzoek naar worden gedaan.

Af en toe een volkoren boterham

Waarom aten Esther en ik dan toch paleo? Als experiment en omdat wij er van overtuigd zijn dat vers, onbewerkt eten het gezondste is. Vermijden van granen (belangrijkste bronnen: pasta, rijst en brood) is lastig, vooral als het gaat om brood. Ik maakte altijd een salade voor tussen de middag. Volledig afzien van melkproducten valt ook niet mee. ’s Morgens een ontbijt met fruit: we hebben het een half jaar gedaan. Nu eten we weer af en toe een (volkoren) boterham en gebruiken we weer kaas en yoghurt. Uiteindelijk gaat het erom dat we zo gevarieerd mogelijk verse producten eten. Blijf weg bij voeding die door de industrie is aangeraakt en breng zo veel mogelijk variatie aan. Dat is oergezonde voeding.

Hanno Pijl is internist en hoogleraar in het vakgebied diabetes en overgewicht 

** Dit artikel is afkomstig van het blog van het Leids Universitair Medisch Centrum van 27 augustus 2015.