Interview met internist-endocrinoloog dokter Peter van Dijk 

Een gezonde leefstijl kan de ziektelast bij diabetes type 1 sterk verminderen. Vanuit persoonlijke ervaring en interesse onderzoekt Amber Heijneman de stand van zaken rondom leefstijl in de behandeling van diabetes type 1 (DM1). In dit artikel gaat zij daarover in gesprek met internist-endocrinoloog dr. Peter van Dijk van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Als academisch medisch specialist combineert Van Dijk de patiëntenzorg met het geven van onderwijs en verrichten van wetenschappelijk onderzoek. Zijn onderzoek richt zich op technologische innovaties in de behandeling van diabetes type 1. In de klinische praktijk streeft hij naar een behandelplan op maat met aandacht voor de medisch-inhoudelijke mogelijkheden maar ook voor de impact op het dagelijks functioneren. 

Technologische ondersteuning in de behandeling van diabetes type 1 

De laatste jaren wordt het zelfmanagement van DM1 sterk aangestuurd door technologische hulpmiddelen. Van Dijk is daar een groot voorstander van. We moeten ervoor zorgen dat mensen zo goed mogelijk zelf hun diabetes kunnen managen. Ik vind dat ik heel bescheiden moet zijn als zorgverlener. Iemand met diabetes leeft er 24 uur per dag, 7 dagen per week en 365 dagen per jaar mee. Als zorgverlener zie ik iemand, nou wat is het, een half uur in het jaar. Dat is helemaal niet veel.  

Technologie is ervoor gemaakt om het leven met diabetes zo goed als mogelijk maar ook zo makkelijk als mogelijk te maken. Zodat diabetes zo min mogelijk impact heeft op je leven.  

En leefstijl dan? 

Het aanpassen van leefstijl in combinatie met technologie zou de resultaten kunnen optimaliseren. Dat is iets waar ik onderzoek naar doe. Het wordt op dit moment te weinig benut terwijl ik echt verwacht dat je betere uitkomsten kan krijgen. 

Je moet op een andere manier naar de data kijken. Neem bijvoorbeeld een sensor. Een sensor geeft continu data over je glucosewaarden. Dat is heel leuk om daar met een diabetes bril naar te kijken. Het geeft een terugkoppeling over de impact van eten en beweging op je glucose waarden en dat is hele waardevolle informatie. Dit is één van de voorbeelden van objectieve informatie om leefstijl te kunnen monitoren.  

Er zijn veel gedachten en ideeën over leefstijl maar er is echt een gebrek aan objectieve terugkoppeling. Met technologieën zoals een glucosesensor of een activity tracker kun je die objectieve terugkoppeling krijgen. Ik ben ervan overtuigd dat je daardoor ook gedragsverandering kan krijgen. Als je het ziet dan ga je je gedrag aanpassen. En dat moeten we hebben.  

Als je op die manier naar de indicatie criteria voor een glucosesensor kijkt dan is het eigenlijk apart dat alleen mensen die een intensief insuline schema gebruiken een Freestyle libre kunnen krijgen. Want je kan juist winst halen door mensen die type twee diabetes, overgewicht, slechte leefstijl en nog geen insuline nodig hebben die mogelijkheid van objectieve feedback te geven. 

Inzicht stimuleert 

Inzicht in wat er gebeurt kan een grote stimulans zijn om zelf actie te ondernemen. Het is een Cruijffiaanse uitspraak maar: ”Je gaat het pas zien, als je het doorhebt”. Er wordt te weinig met patiënten gesproken over leefstijl. De introductie van glucosesensoren, de continue data die we nu hebben, maakt dat ik in mijn spreekkamer meer over leefstijl praat. 

Samen met de mensen probeer ik te kijken; wat gebeurt er hier, wat gebeurt daar? Vrijwel altijd is het dieet of beweging, 70% van de afwijkende waarden kun je daarmee verklaren. We hebben het dan op die manier over leefstijl. Daarbij probeer ik de koppeling te maken van; als je ziet dat je bloedsuiker stijgt als je snoept, zou je dan misschien niet eens wat minder snoepen? Helaas gebeurt dat nog veel te weinig.  Het ontbreekt daarvoor gewoon aan tijd.  

Dokters zijn naar mijn mening ongeschikt om dit soort dingen te bespreken. Hun expertise ligt vaak niet op het gebied van leefstijl maar op medicatie en andere dingen. Ik praat wel over leefstijl maar ik merk bij mijzelf ook vaak de reflex; kan ik de medicatie aanpassen? Dus dan ga je veel meer bezig met medicatie. Terwijl het juist ook over voeding en beweging moet gaan. Mensen met diabetes moeten iemand tegenover zich hebben die samen kan kijken hoe de levensstijl de glucose regulatie beïnvloedt en hoe ze het kunnen veranderen. 

Het is belangrijk om dat gesprek goed aan te gaan. De diëtiste of een verpleegkundige kan dat veel beter dan dat ik dat kan. Maar een leefstijlcoach zou dat ook prima kunnen. Dat doen we momenteel nog te weinig. 

Leefstijl is een blinde vlek   

Er is onvoldoende erkenning en kennis dat het aanpassen van leefstijl belangrijk is. Daarnaast zijn er de financiële beperkingen. Het zou mooi zijn als naast mijn spreekkamer een spreekkamer is voor een leefstijlcoach. We zijn er mee bezig om dat te organiseren. Maar ja, zie maar eens voldoende middelen hiervoor vrij te maken. Voor de bekostiging zijn momenteel nog onvoldoende handvatten, zeker in de eerste lijn; de ziekenhuiszorg. 

Ondersteuning bij een gedragsverandering  

Ik controleer standaard, maar zeker wanneer er sprake is van klachten die erbij kunnen passen, mensen met DM1 op coeliakie. Als ik die diagnose stel, verwijs ik altijd naar de maag, darm, leverarts.  De diagnose coeliakie kun je stellen op basis van klachten en bloedonderzoek maar eigenlijk wil je er ook darmonderzoek bij hebben. Op de maag, darm, lever poli krijgen mensen die die diagnose gesteld krijgen ook begeleiding door een diëtist. Op zo’n moment is er begeleiding bij het aanpassen van de leefstijl. 

Voeding aanpassen is gedragsverandering. Dat is het lastigste wat er is. Een psycholoog zou daar voor bepaalde mensen echt een rol in kunnen spelen. Dat zou heel goed zijn. Het moet een continue cyclus zijn als je iets wilt veranderen. De persoon moet een terugkoppeling krijgen op zijn gedrag en coaching krijgen van; het gaat goed, ga door. Maar ook hiervoor geldt; vindt maar eens de bekostiging voor psychologen.   

Aanleren is makkelijker dan afleren 

In de behandeling van diabetes type 1 is er een groot verschil tussen de kinderzorg en volwassenzorg. De volwassenzorg is wat zakelijker. De kinderartsen hebben over het algemeen ietsje meer tijd, kijken wat meer naar de sociale context van iemand, kennen het gezin, kennen de structuur en de ouders. Die vragen nog een keer; hoe gaat het op school? Kinderartsen zijn ook meer geneigd om wat breder te kijken.

Bij de volwassenen poli zien we meer patiënten. Waardoor het gesprek volledig gericht is op het bespreken van diabetes. Dat doen we in een kwartier. Ik schets het nu even heel cru, en we zijn altijd heel erg bezig met het vinden van oplossingen om maatwerk te leveren, maar dat is over het algemeen de structuur bij de volwassenzorg.   

Met leefstijl moet een hele structuur meedoen. Je kan als kind, puber, adolescent, jongvolwassene, je leefstijl aanpassen maar als degene die de boodschappen doet in jouw gezin ongezonde voedingsmiddelen in huis haalt, dan kom je niet veel verder. Met een systeembenadering doet het hele gezin mee. Dan wordt het geleerd hoe het hoort. Het is dan ook veel makkelijker om dat op volwassen leeftijd voort te zetten.  

Dat is het gevoel, denk ik, wat heel veel collega’s van mij ook hebben. Zeker als je daarbij kijkt naar diabetes type twee. Vaak zijn dat mensen die al wat ouder zijn met een ongezonde leefstijl en een ingesleten patroon. Veel hulpverleners lukte het al niet om dit patroon te doorbreken en dan komen ze bij mij, in een derdelijns academisch centrum. Stroop je mouwen dan maar op. Het zou veel makkelijker zijn om helemaal in het begin, op die jonge leeftijd, leefstijl nog veel prominenter te introduceren. Primaire preventie is hier het toverwoord.  

Knelpunten in de zorg 

Het is zo ontzettend jammer dat gebrek aan tijd, onvoldoende budget, toenemende druk op efficiëntie in de zorg vaak ten koste gaat van de intensieve ondersteuning die nodig is bij leefstijlverandering. Alhoewel we er met z’n allen hard aan werken om er het beste van te maken is het heel goed dat er initiatieven zijn door ervaringsdeskundigen. Mensen die hetzelfde hebben meegemaakt en met hetzelfde bezig zijn, dat helpt enorm. 

In de routine zorg is er op dit moment geen goede systematische methode om op te volgen of het een persoon lukt om de gegeven leefstijladviezen op te volgen. Dat is echt een grijs gebied. Er worden adviezen gegeven en iemand moet het zelf doen. Het is afhankelijk van hoe de persoon dat zelf oppakt; diabetes zelfmanagement. Op dit moment gebeurt het te vaak en te veel dat we ervan uitgaan dat een uitleg voldoende is. Vooral mensen die het niet zo goed onder de knie hebben of wat kwetsbaarder zijn, zijn daarvan de dupe. 

De structuur, hoe we het hebben ingericht met zijn allen, kan verbeterd worden. Stap één is dat een leefstijlverandering besproken wordt. Op dit moment gebeurt dat vaak al niet. Wanneer er wel aandacht voor is moet je ook nog de juiste snaar weten te raken, zodat iemand openstaat voor verandering. Vervolgens moet je zorgen dat je de juiste interventie erbij kan kiezen, bijvoorbeeld een verwijzing naar de diëtiste of naar de fysio. Daar kan dan een vervolgtraject worden ingezet. Het verloop van zo’n traject wordt niet altijd goed gemonitord of vervolgd.  Ook daar valt winst te halen 

Leefstijl in het UMCG 

In het UMCG zijn we op meerdere vlakken heel druk bezig om een omslag te maken in het zorgsysteem zodat we leefstijl beter kunnen begeleiden. Het is een heel moeilijk, weerbarstig traject. Het is lastig om het voor elkaar te krijgen. Maar we gaan ervoor.  

Als ik alleen al kijk naar onze diabetes polikliniek dan kan ik zo een paar initiatieven noemen. We hebben inmiddels een leefstijldokter beschikbaar. Zij kan leefstijladvies en –ondersteuning bieden. We brengen het netwerk van paramedici zoals diëtisten en fysiotherapeuten beter in kaart om makkelijker te verwijzen. Eerder moest ik op Google zoeken als ik iemand wilde verwijzen naar een fysiotherapeut in zijn eigen omgeving. Dat is niet heel efficiënt. Dat soort dingen worden verbeterd. Daarnaast zorgen we dat mensen een eigen portaal krijgen in hun elektronisch patiëntendossier, waarop ze hun leefstijl goed in beeld hebben. Dat zijn allemaal kleine dingen waar we mee bezig zijn. Of klein…. Het zijn grote projecten om op te zetten en uit te voeren.   

Het belang van een gezonde leefstijl is overduidelijk. Alleen het goed en op maat aanbieden is lastig. Er zijn heel veel interventies en er zijn heel veel programma’s maar die hebben, als ik op de literatuur af ga, een kort effect en zijn nog niet bewezen effectief voor de Nederlandse situatie. Je wilt juist dat met behulp van een interventie de veranderingen in leefstijl bestendigen. Dat je echt het patroon van een ongezonde leefstijl, dat al jarenlang bestaat, dat je dat doorbreekt. Alle projecten zouden daar meer op gericht moeten zijn en dat vraagt een structuurverandering. Niet alleen van de mensen waarbij de knop omgedraaid moet worden en die het betreft maar ook van het systeem. Dat neemt tijd in beslag; maar we werken er hard aan!  

Over de auteur en animator:
Amber werd in 2019 op vijftienjarige leeftijd gediagnosticeerd met diabetes type 1. Kort na haar diagnose startte ze met een koolhydraatarme leefstijl. Ze heeft daardoor stabiele bloedsuikerwaarden en een gezonde HbA1c. Hierdoor kan ze prettig studeren en optimaal presteren. Ze krijgt door haar openheid over haar leefstijl veel steun van haar vrienden. Ze deelt haar ervaringen op Instagram en deze website. Om kennis toegankelijk te maken voor kinderen en volwassenen maakt ze animatie video’s. Daarnaast verzorgt zij ook lezingen en inspiratiesessies. Je kunt haar daarvoor benaderen via ons contactformulier.

In 2022 is zij voor deze activiteiten door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport genomineerd voor de Shakingtree Award. Dit is een prijs die jaarlijks wordt toegekend aan mensen die op positieve wijze aandacht vragen voor verbeteringen in de zorg.


Aanverwante artikelen