Een dwars maar realistisch standpunt

Door:
Pim Assendelft – Hoogleraar Preventie in de Zorg
Robert van de Graaf – Verslavingsarts & Specialist leefstijlgeneeskunde

De genotmiddelenindustrie is er de afgelopen decennia in geslaagd om het gebruik van alcohol, tabak en junkfood stevig te verankeren in onze samenleving. Een slim gebruik van de zogenaamde 4 P’s van de Marketing Mix: Product, Prijs, Plaats, Promotie, heeft geleid tot een combinatie van aantrekkelijke producten, gunstige prijzen, velerlei promotie- en reclameactiviteiten, en een ontelbaar aantal verkooppunten.
Genotmiddelen worden inmiddels gezien als normale, aantrekkelijke en relatief onschuldige consumentenproducten, die in allerlei varianten, goedkoop en op grote schaal in elke supermarkt gekocht kunnen worden. Niet voor niets gebruikt een groot deel van de Nederlandse bevolking deze producten dagelijks, wekelijks of met enige regelmaat.
Hiernaast is de verleiding om een stoel te gebruiken in het openbaar vervoer, thuis, op school of op het werk dermate groot dat de resulterende lichamelijke inactiviteit veel Nederlanders gezondheidsschade oplevert.

Sociaal overdraagbare aandoeningen

Inactiviteit en het nuttigen van ongezonde producten vindt vaak plaats in gezelschap. In zekere zin is rook-, drink- en eetgedrag en inactiviteit sociaal besmettelijk. Ziekten die ontstaan door deze gedragingen en verslavingen zouden dan ook gezien kunnen worden als ‘social communicable diseases’ (SCD’s). Een roker, bijvoorbeeld, beïnvloedt in sociale interacties ook het rookgedrag van anderen. Rokers zoeken elkaar vaak op, ze verstrekken elkaar tabak, steken elkaars sigaret aan, creëren rookplekken en plannen samen rookpauzes. Hierdoor versterken ze elkaars rookgedrag en houden het in stand. Een ex-roker of een roker die probeert te stoppen kan terugvallen door bewuste of onbewuste uitnodigende interacties met rokers.

Al onze intenties in de spreekkamer om ongezond gedrag van mensen gunstig te beïnvloeden kunnen beschouwd worden als een vorm van verslavingsbehandeling.

Pim Assendelft – Hoogleraar Preventie in de Zorg, Raboudumc

Ongezonde leefstijl complex

Als artsen behandelen we dag in dag uit mensen met gedrag dat in potentie ziekmakend of zelfs dodelijk is, zoals het roken van tabak, het drinken van alcohol, het teveel eten van ongezond voedsel, en het te weinig bewegen. Veel van dit gedrag is geautomatiseerd en bij een deel van deze mensen is het gedrag dusdanig ziekelijk dat er sprake kan zijn van een ‘verslaving’. Ook gaat de ene verslaving vaak samen met een andere verslaving. Zo zijn er veel mensen die niet alleen roken, maar tevens problematisch drinken, lichamelijk te inactief zijn en teveel junkfood eten.
De combinatie van twee, drie of alle vier komt binnen gezins- en familieverbanden frequent voor. Bovendien bestaat het risico dat als met het ene gedrag gestopt of geminderd wordt, dit doorslaat naar ander schadelijk gedrag. Een bekend voorbeeld is dat rokers die stoppen met roken vaak in lichaamsgewicht toenemen.
Een deel van de mensen dat een maagverkleining heeft ondergaan, komt later terecht in de gespecialiseerde verslavingszorg voor een alcoholverslaving. Het doorslaan in een ander gedrag en de gevolgen daarvan kan bovendien weer een reden zijn om terug te vallen in het oorspronkelijke veranderde gedrag. Zoals veel patiënten in de verslavingszorg zeggen ‘het verslavings- monster heeft meerdere koppen’ en de behandeling moet zich dus richten op het ‘ongezonde leefstijl complex’ (OLC) als geheel. Al onze interventies in de spreek- kamer om ongezond gedrag van mensen gunstig te beïnvloeden kunnen beschouwd worden als een vorm van verslavingsbehandeling. Zo’n behandeling is tegelijkertijd preventie, omdat allerlei problemen worden voorkomen.

Het is ook preventie als we het effect op jonge kinderen hierin meenemen. De behandelingen hebben dan ook niet alleen effect op de persoon in onze spreekkamer, maar ook op anderen in zijn of haar omgeving.

Gespecialiseerde leefstijlzorg

Ongezonde leefstijl is gedrag, en gedrag is taai. Daarom is een goed georganiseerde preventie-keten nodig, waarbij in de eerstelijn verwezen kan worden naar meer gespecialiseerde hulp bij gedragsverandering.
Een belangrijk deel van de mensen is zonder goede gespecialiseerde leefstijlzorg niet in staat om te veranderen, en ons zorgstelsel is daar nog onvoldoende op toegerust.
In de eerstelijn zijn de mogelijkheden beperkt als de gedragsproblematiek te ernstig en of complex wordt, bijvoorbeeld door co-morbide stoornissen. In het slechtste geval wordt naar vier zorgprofessionals voor elk van de ongezonde gedragingen verwezen, namelijk

  • de diëtist of bariatrisch chirurg
  • de fysiotherapeut
  • de rookstopcoach
  • de verslavingsarts
Een leefstijlcentrum de visie van verslavingsarts Robert van den Graaf
Een leefstijlcentrum de visie van verslavingsarts Robert van den Graaf

De GLI alleen voor een lichte vorm van problematiek

De gecombineerde leefstijl interventie (GLI) is een prijzenswaardige poging om de domeinen van problematische inactiviteit en eetgedrag te integreren binnen één groep professionals, maar is alleen geschikt voor een lichte vorm van problematiek. Bij uitblijvende effectiviteit is er geen vanzelfsprekende vervolgbehandeling beschikbaar. Het streven van de gespecialiseerde verslavingszorg om voor de meest verstokte rokers beschikbaar te worden is een goede stap vooruit, maar helaas financieren de zorgverzekeraars deze zorg (nog) niet.

Een belangrijk deel van de mensen is zonder goede gespecialiseerde leefstijlzorg niet in staat om te veranderen, en ons zorgsysteem is daar nog onvoldoende op toegerust.

Robert van de Graaf – Verslavingsarts en specialist leefstijlgeneeskunde

De juiste leefstijlzorg op de juiste plek

Met het Preventieakkoord en alle veranderenergie die daarmee door onze maatschappij stroomt, worden mensen gestimuleerd om een ongezonde leefstijl te veranderen. Dit is een mooie stap, maar ook het zorgvangnet moet goed georganiseerd zijn en dat is nu niet het geval. Hierbij moet gekeken worden naar wat voor het hele spectrum van ongezonde gedragingen van de burger / patiënt nodig is, in plaats van wat binnen het huidige systeem mogelijk is. Het bevorderen van gezond gedrag heeft behoefte aan ‘stepped care’; zorg die geïntensiveerd kan worden afhankelijk van de complexiteit, en ‘ketenzorg’; de zorg van het ene echelon moet goed aansluiten op het echelon dat het overneemt. Ook voor bevorderen van gezond gedrag geldt: ‘de juiste zorg op de juiste plek’!

Bron van dit artikel:

Coincide magazine nummer 19. De website coincide.nl
Door:
Pim Assendelft – Hoogleraar Preventie in de Zorg
Robert van de Graaf – Verslavingsarts & Specialist leefstijlgeneeskunde

https://coincide.nl/wp-content/uploads/2019/12/Pim-Assendelft-Robert-van-de-Graaf-Ongezonde-leefstijl-is-gedrag-en-gedrag-is-taai.-Een-dwars-maar-realistisch-gezichtspunt.pdf

Lees ook: